De functie van een pedagogisch medewerker is het meest voorkomend bij een kinderdagverblijf.
Functieomschrijving
De pedagogisch medewerker is verantwoordelijk voor de dagelijkse opvang, ontwikkeling en verzorging van een groep kinderen in een kindercentrum. De doelgroep en soort opvang kan verschillen, zoals bijvoorbeeld kinderdagverblijven, buitenschoolse, tussenschoolse en/of naschoolse opvang.
De dagelijkse opvang, ontwikkeling en verzorging van een groep kinderen in een kindercentrum.
De pedagogisch medewerker ressorteert hiërarchisch onder het (unit-)hoofd en begeleidt in voorkomende gevallen pedagogisch medewerkers in ontwikkeling, groepshulpen, MBO-studentwerknemers en stagiaires.
Kinderen begeleiden
- Begeleidt kinderen, zowel in groepsverband als in individueel opzicht.
- Schept een situatie binnen de groep waarin kinderen zich veilig voelen en stimuleert kinderen, door middel van uitvoering van het pedagogisch beleidsplan, zich verder te ontwikkelen.
- Begeleidt kinderen bij de dagelijkse voorkomende bezigheden.
- Organiseert activiteiten gericht op ontwikkeling, eventueel buiten het kindercentrum.
Resultaat: Kinderen begeleid gedurende de met de ouders/ verzorgers afgesproken periode, zodanig dat zij volgens het pedagogisch plan zich ontwikkelen, opgevoed en gestimuleerd worden.
Kinderen verzorgen
- Draagt zorg voor de dagelijkse verzorging van kinderen.
Resultaat: Kinderen verzorgd gedurende de met de ouders/ verzorgers afgesproken periode, zodanig dat zij schoon zijn en gevoed worden volgens geldende hygiëne-eisen en afspraken met de ouders.
Informatie uitwisselen over kinderen en werkzaamheden
- Houdt de ontwikkeling van kinderen bij en rapporteert of informeert hierover (periodiek) het hoofd.
- Informeert bij kennismaking de ouders/ verzorgers over de gang van zaken binnen de groep.
- Draagt zorg voor een goed (periodiek) contact met ouders/ verzorgers en informeert naar specifieke aandachtspunten (dagritme, voeding e.d.) en bijzonderheden van de op te vangen kinderen, ook bijvoorbeeld in de vorm van ouderavonden.
- Onderhoudt in het geval van schoolgaande kinderen contact met de betreffende scholen.
- Stemt met collega’s af over de dagindeling en de verdeling van de werkzaamheden en draagt mede zorg voor een goede samenwerking en voor een goede overdracht.
- Neemt gebruikelijk deel aan werkoverleg.
Resultaat: Informatie uitgewisseld, zodanig dat zowel de ouders/ verzorgers, de leidinggevende als de pedagogisch medewerkers beschikken over de voor de verzorging en begeleiding relevante informatie, zodat het betreffende kind/ de betreffende kinderen zo optimaal mogelijk opgevangen kan/ kunnen worden.
Ruimten en materiaal beschikbaar houden
- Verricht licht huishoudelijke werkzaamheden in de groep en draagt mede zorg voor het beheer, de aanschaf en de hygiëne en goede staat van de inventaris. Onder licht huishoudelijke werkzaamheden worden die huishoudelijke werkzaamheden verstaan die voortvloeien uit of samenhangen met het werken met kinderen.
Resultaat: Een schone ruimte en een goed verzorgde inventaris, zodat kinderen in een schone en veilige omgeving opgevangen kunnen worden.
Deskundigheid bevorderen
- Begeleidt en instrueert, indien op de groep aanwezig, pedagogisch medewerkers in ontwikkeling, groepshulpen, MBO-student-werknemers en stagiaires en rapporteert hierover periodiek aan het hoofd.
Resultaat: Deskundigheid bevorderd, zodanig dat pedagogisch medewerkers in ontwikkeling, groepshulpen, MBO-student-werknemers en stagiaires zo goed mogelijk ingezet kunnen worden op de groep en (indien van toepassing) in staat gesteld worden hun leerdoelen te behalen.
Kennis
- In het bezit van een van de hieronder genoemde opleidingsniveaus.*
- Pedagogische kennis.
- Kennis van en inzicht in groepsdynamische processen.
- Kennis van de geldende hygiëne- en veiligheidseisen.
- Kennis van de ontwikkelingsfases van een kind.
* Met een (kandidaat)werknemer die een van de hieronder onder a of b vermelde opleidingen volgt kan een arbeidsovereenkomst voor de functie van student-werknemer worden aangegaan, conform artikel 9.6 van de cao. Met een (kandidaat)werknemer die een van de hieronder a of b vermelde diploma’s wenst te behalen kan een arbeidsovereenkomst voor de functie van pedagogisch medewerker in ontwikkeling worden afgesloten conform artikel 9.5 cao. Ten aanzien van een (kandidaat)werknemer die niet voldoet aan de opleidingsachtergrond uit de kwalificatie-eis kan de werkgever een gelijkstellingsverzoek indienen conform artikel 9.8 en Bijlage 8 van de cao.
Specifieke functiekenmerken
- Sociale vaardigheden voor het motiveren, stimuleren en instrueren van kinderen.
- Mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid voor het opstellen van verslagen en contacten met ouders/ verzorgers.
Bezwarende omstandigheden
- Bezwarende omstandigheden kunnen onderdeel uitmaken van de functie (fysieke belasting door tillen van kinderen).
Kwalificatie-eis pedagogisch medewerker
In verband met de ingangsdatum van de totstandkoming van het cao- akkoord 2018-2019 en de publicatiedatum van de cao-teksten 2018-2019, plus wijzigingen vanuit Harmonisatie peuterspeelzaalwerk en kinderopvang en de Wet IKK (geldend vanaf 1 januari 2018) en de modernisering diplomalijst (geldend vanaf 1 juli 2018), zijn er verschillende periodes waarin verschillende kwalificatie-eisen gelden.
Opleidingsachtergrond
Voor de functie van pedagogisch medewerker is een opleidingsachtergrond vereist conform a t/m e
- De opleidingsachtergrond a t/m c die geldt vanaf 1 oktober 2018, staat hieronder.
- De opleidingsachtergrond a t/m c die geldt vanaf 1 juli 2018 tot 1 oktober 2018 is opgenomen in Bijlage I.a van het Functieboek.
- De opleidingsachtergrond conform a t/m c die geldt tot 1 juli 2018 is opgenomen in Bijlage I.b van het Functieboek.
- De opleidingsachtergrond d) en e) die geldt vanaf 1 oktober 2018, staat hieronder.
- De opleidingsachtergrond conform d) en e), vereist tot 1 oktober 2018, is opgenomen in
- Bijlage I.b van het Functieboek.
Voor de functie van pedagogisch medewerker in voorschoolse educatie (VE) is tevens een opleidingsachtergrond vereist conform f.
- De opleidingsachtergrond conform f) die geldt vanaf 1 oktober 2018, staat hieronder.
- De opleidingsachtergrond conform f) vereist tot 1 oktober 2018 is opgenomen in Bijlage I.b van het functieboek
Voor de functie van pedagogisch medewerker die werkt met 0-jarigen is vanaf 1 januari 2023 tevens en opleidingsachtergrond vereist conform g.
Taalniveau Nederlands
- Het taalniveau conform h) dat geldt vanaf 1 oktober 2018, staat hieronder
- Het taalniveau conform h) vereist tot 1 oktober 2018 is opgenomen in Bijlage I.b van het Functieboek.
a) Diploma’s/getuigschriften van de volgende beroepsopleidingen kwalificeren voor de functie van pedagogisch medewerker in de dagopvang en BSO/NSO, indien dit diploma/getuigschrift bij een onderwijsinstelling is behaald met inachtneming van de eisen die de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) of de Wet Hoger en Wetenschappelijk Onderwijs (WHW) aan deze opleiding stelt, of met inachtneming van de eisen die de voormalige Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) en de voormalige Wet op het hoger beroepsonderwijs (WHBO) stelden aan respectievelijk het
middelbaar- en hoger beroepsonderwijs:
- Gespecialiseerd pedagogisch medewerker
- Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang
- Kinderverzorging en Opvoeding
- Kinderverzorging/Jeugdverzorging (KV/JV)
- Onderwijsassistent
- Onderwijsassistent PO/SO (primair onderwijs/speciaal onderwijs)
- Pedagogisch medewerker 4 Jeugdzorg
- Pedagogisch medewerker 4 kinderopvang
- Pedagogisch Werker 4 Jeugdzorg
- Pedagogisch Werker 4 Kinderopvang
- Pedagogisch Werker niveau 4
- Sociaal Pedagogisch Werk (SPW, lang of onder WEB)
- Sociaal Pedagogisch Werker (SPW, lang of onder WEB)
- Sociaal Pedagogisch Werker 4 (SPW-4)
· Gespecialiseerd pedagogisch medewerker
Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang
· Kinderverzorging en Opvoeding
· Kinderverzorging/Jeugdverzorging (KV/JV)
· Onderwijsassistent Onderwijsassistent PO/SO (primair onderwijs/speciaal onderwijs)
· Pedagogisch medewerker 4 Jeugdzorg
· Pedagogisch medewerker 4 kinderopvang
· Pedagogisch Werker 4 Jeugdzorg
· Pedagogisch Werker 4 Kinderopvang
· Pedagogisch Werker niveau 4
· Sociaal Pedagogisch Werk (SPW, lang of onder WEB)
· Sociaal Pedagogisch Werker (SPW, lang of onder WEB)
· Sociaal Pedagogisch Werker 4 (SPW-4)
- Childcare
- Jeugdwerker
- Kinderopvang
- Pedagogical Educational Assistant
- Pedagogisch Educatief Medewerker
- Pedagogisch Educatief Professional
- Pedagogisch Professional Kind en Educatie
- Sociaal Werk, met keuzemodule Opvoeden in brede context
- Creatieve therapie (geen Mikojel)
- Kinderverzorging en Opvoeding
- Kunstzinnige therapie
- Leraar Basisonderwijs (aan Hogeschool, PABO of IPABO)
- Lerarenopleiding Pedagogiek
- Pedagogiek
- Pedagogisch management kinderopvang
- Pedagogische Academie
- Sociaal kunstzinnige therapie
- Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH)
- Social Educational Care
- Social Work/Sociaal Werk, afstudeerrichting/profiel Sociaal Pedagoog
- Social Work/Sociaal Werk, profiel Jeugd of Jeugdzorgwerker
- Social Work, programma Social Educational Care
- Toegepaste Psychologie, met specialisatie gericht op kinderen, jeugd en/of onderwijs
- Vaktherapie
b) Indien de functie van pedagogisch medewerker alleen wordt uitgeoefend in de BSO/NSO kwalificeren naast de diploma’s/getuigschriften onder a) ook de volgende diploma’s/getuigschriften, indien dit diploma/getuigschrift bij een onderwijsinstelling is behaald met inachtneming van de eisen die de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) of de Wet Hoger en Wetenschappelijk Onderwijs (WHW) aan deze opleiding stelt, of met inachtneming van de eisen die de voormalige Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) en de voormalige Wet op het hoger beroepsonderwijs (WHBO) stelden aan respectievelijk het middelbaar- en hoger beroepsonderwijs::
- Sport en Bewegen
- Sport- en bewegingsleider
- Activiteitenbegeleider (AB)
- Activiteitenbegeleiding (AB)
- Agogisch Werk
- Akte hoofdleidster kleuteronderwijs
- Akte Kleuterleidster A
- Akte Kleuterleidster B
- Allround coördinator-instructeur buitensport
- Arbeidstherapie (AT)
- CIOS algemeen sportleider/ster
- Coördinator buurt, sport en onderwijs
- Coördinator sport- en bewegingsagogie
- Coördinator sport, bewegen en gezondheid
- Coördinator sportinstructie, training en coachingCultureel Werk (CW)
- Inrichtingswerk (IW)
- Instructeur mbo
- Instructeur paardensport en -houderij
- Kleuterzorg (Federatie van medische kleuterdagverblijven in Nederland
- Kleuterzorg, medisch kleuterdagverblijf Arnhem
- Kultureel Werk (KW)
- Residentieel werk (RW)
- Sociaal Agogisch II
- Sociaal-agogisch II (MBO-SA-II) richting (semi)residentiele hulpverlening
- Sociaal Agogisch II (MBO SAII) afstudeerrichting Kultureel werk
- Sociaal Cultureel Werk
- Sociaal-cultureel Werker (SCW)
- Sociale arbeid (SA, SA II of SA 2)
- Sport en bewegen
- Sport- en bewegingscoördinator
- Sport- en bewegingscoördinator/ Bewegingsagoog
- Sport- en bewegingscoördinator/ BOS-medewerker
- Sport- en bewegingscoördinator/ Operationeel sport- en bewegingsmanager
- Sport- en bewegingscoördinator/ Trainer/coach
- Educatie en Kennismanagement Groene Sector Bloemsierkunst
- Onderwijsondersteuner Educatie en Kennismanagement Groene Sector
- Onderwijsondersteuner Gezondheidszorg en Welzijn
- Onderwijsondersteuner Omgangskunde
- Onderwijsondersteuner Zorg & Welzijn
- Sport, Gezondheid en Management
- Activiteitenbegeleiding (AB)
- Akte Lager onderwijs zonder hoofdakte (oude kweekschoolopleiding)
- Akte van bekwaamheid als leidster of hoofdleidster bij het kleuteronderwijs
- Akte van bekwaamheid als hoofdonderwijzer(es)
- Akte van bekwaamheid als onderwijzer(es)
- Akte van bekwaamheid als volledig bevoegd onderwijzer(es)
- Aktiviteitenleidersopleiding (van Mikojel: Middeloo, Kopse Hof, Jelburg of Sittard)
- Creatieve therapie (van Mikojel)
- Cultureel Werk (CW)
- Culturele en Maatschappelijke Vorming
- Educatie en Kennismanagement Groene Sector
- Educatieve therapie (van Mikojel)
- Hogere sociaal pedagogische opleiding leid(st)er op het terrein van jeugdvorming en volksontwikkeling (Middeloo, Kopse Hof, Jelburg of Sittard)
- Inrichtingswerk (IW)
- Jeugdwelzijnswerk
- Kreatief edukatief Werk
- Kunstzinnig vormende opleiding (docentenrichting binnen kunstonderwijs of kunstzinnige richting binnen lerarenopleiding)
- Leraar lichamelijke opvoeding
- Leraren-/docentenopleiding of ander bewijs van onderwijsbevoegdheid voor primair-,voortgezet- en beroepsonderwijs
- Muziektherapie
- Sport en bewegen
- Sport- en bewegingseducatie
- Sport, Gezondheid en Management
- Sportkunde
c) Indien de functie van pedagogisch medewerker alleen wordt uitgeoefend in de BSO/NSO kwalificeren naast de diploma’s/getuigschriften onder a) en b) ook de volgende diploma’s/getuigschriften, in combinatie met aanvullend bewijs, indien dit diploma/getuigschrift bij een onderwijsinstelling is behaald met inachtneming van de eisen die de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) of de Wet Hoger en Wetenschappelijk Onderwijs (WHW) aan deze opleiding stelt, of met inachtneming van de eisen die de voormalige Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) en de voormalige Wet op het hoger beroepsonderwijs (WHBO) stelden aan respectievelijk het middelbaar- en hoger beroepsonderwijs:
- Kunstopleiding ** in combinatie met certificaat BIK (Beroepskunstenaar In de Klas)
- Dans in combinatie met certificaat BIK, hbo-master Kunsteducatie of pedagogisch didactisch getuigschrift
- Muziek in combinatie met certificaat BIK, hbo-master Kunsteducatie of pedagogisch didactisch getuigschrift
- Kunstopleiding **, niet zijnde een docentenrichting, in combinatie met certificaat BIK, hbomaster Kunsteducatie of pedagogisch didactisch getuigschrift
* Een diploma/getuigschrift op of hoger dan mbo-niveau 4 voldoet aan de taaleis mondelinge vaardigheid (zie h), de Taaleis mondelinge vaardigheid komt voort uit de Wet IKK
** verzamelnaam van opleidingen
d) Een nog niet afgeronde beroepsopleiding kwalificeert voor de functie van pedagogisch medewerker in de dagopvang en/of de BSO/NSO indien sprake is van:
- een opleiding op niveau HBO-bachelor zoals genoemd onder a) of b) en
- een schriftelijk bewijs dat minimaal 75% van de studiepunten van de totale opleiding is behaald of een schriftelijk bewijs van toelating tot het laatste studiejaar van de opleiding (overgangsbewijs).
Een pedagogisch medewerker en/ of een peuterspeelzaalleidster met een niet afgeronde opleiding die per 1 oktober 2018 is vervallen als kwalificerende opleidingsachtergrond en die voor 1 december 2018 als zodanig werkzaam is (geweest) al dan niet met een onderbreking van één jaar of minder, direct voorafgaand aan 1 december 2018, voldoet aan de kwalificatie-eis voor de functie van peuterspeelzaalleidster en pedagogisch medewerker in dagopvang en/of in BSO/NSO. Dit geldt ook bij een onderbreking van één jaar of minder na 1 december 2018.
e) Een buitenlands diploma kwalificeert voor de functie van pedagogisch medewerker in de dagopvang en/of BSO/NSO als uit een gewaarmerkte brief van het IDW (Internationale DiplomaWaardering: www.idw.nl) of een verklaring van DUO (www.duo.nl) blijkt dat het diploma gelijkwaardig is aan dat van een onder a), b), c) of d) kwalificerende opleiding.
f) Specifieke VE-scholing 11
Onderdeel van de opleidingsachtergrond conform a t/m d bevat ten minste:
- één module over het verzorgen van voorschoolse educatie of
- een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond die specifiek gericht is op het verwerven van kennis en vaardigheden voor het ontwikkelingsgericht werken in de voorschoolse educatie. Deze scholing omvat ten minste 12 dagdelen.
Overgangsbepaling: Een pedagogisch medewerker en een peuterspeelzaalleidster gestart met specifieke VE scholing voor 1 januari 2018 en afgerond voor 1 januari 2020, voldoet aan de gestelde eis Specifieke VE-scholing.
g) Specifieke scholing voor werken met 0-jarigen
In het IKK akkoord is afgesproken dat werkgevers vanaf 1 januari 2018 investeren in specifieke scholing voor babyopvang. Voor 1 januari 2023 hebben alle beroepskrachten die met 0-jarigen werken deze specifieke scholing ontvangen. Dit betekent:
Per 1 januari 2023 dienen alle beroepskrachten die met 0-jarigen werken te beschikken over een diploma, certificaat, cijferlijst of studiepuntenoverzicht waaruit blijkt dat een door cao-partijen goedgekeurde scholing voor werken met 0-jarigen is gevolgd zoals opgenomen in Bijlage II en die voldoet aan de volgende criteria:
- Leerdoelen conform bijlage II bij het functieboek.
- Kent een studiebelasting van ten minste twintig uur.
- Leidt tot een schriftelijk bewijs waaruit blijkt dat de leerdoelen zijn bereikt.
De gezamenlijke cao-partijen ondersteunen werkgevers en werknemers opdat de scholing zoveel mogelijk gelijk verdeeld over de jaren vanaf 2018 en met goede kwaliteit en effectiviteit wordt gerealiseerd. De cao-partijen zullen jaarlijks de voortgang hiervan monitoren. Ook hebben de gezamenlijke cao-partijen op de website van FCB een lijst gepubliceerd met scholingsaanbod dat voldoet aan de criteria en:
- een servicedocument Scholing werken met 0-jarigen met toelichting op de criteria.
- een uitgewerkte procedure voor de beoordeling van (nieuw) scholingsaanbod, waaronder scholingsaanbod van organisaties zelf.
h) Taalniveau Nederlands
– Voor de functie van pedagogisch medewerker is per 1 januari 2023 een diploma of certificaat vereist waaruit blijkt dat het taalniveau Nederlands op niveau 3F ligt voor de mondelinge taalvaardigheid of op niveau B2 voor de deelvaardigheden gesprekken voeren, luisteren en spreken.12
– Voor de functie van pedagogisch medewerker in voorschoolse educatie in de G37 en G86 gemeenten geldt deze eis met ingang van 1 augustus 2017, en in de overige gemeenten vanaf 1 augustus 2019. Daarbij geldt als aanvullende eis voor de functie van pedagogisch medewerker in voorschoolse educatie een diploma of certificaat waaruit blijkt dat het taalniveau Nederlands op niveau 3F/B2 ligt voor lezen.
– Alle Nederlandse diploma’s vanaf mbo-niveau 4 gelden als voldoende bewijs voor taalniveau 3F Nederlands voor wat betreft mondelinge vaardigheid. . De wijze waarop met een ander Nederlands diploma of certificaat het vereiste taalniveau voor mondelinge vaardigheid kan worden aangetoond is
opgenomen in Bijlage IV.
– Alle Nederlandse diploma’s op minimaal hbo-niveau (waaronder Associate Degree en Bachelor) gelden als voldoende bewijs voor taalniveau 3F voor wat betreft mondelinge vaardigheid en lezen. De wijze waarop met een ander Nederlands diploma of certificaat het vereiste taalniveau kan worden
aangetoond is opgenomen in Bijlage IV.
– Bij een buitenlands diploma dat vergelijkbaar is met een kwalificerend diploma volgens e) is een apart bewijs nodig dat aantoont dat de peuterspeelzaalleidster en/ of de pedagogisch medewerker voldoet aan het vereiste taalniveau Nederlands. Als voldoende bewijs wordt het volgende aangemerkt, indien deze zijn afgegeven vanaf 1 januari 2001.
- Certificaat behaald Staatsexamen NT2 Programma II
- Certificaat van behaalde toets taalniveau B2 of 3F
- Certificaat van behaalde toets mondelinge taalvaardigheid B2 of 3F
- Een Nederlands diploma (HAVO, VHBO VWO, MBO-4, AD, HBO Bachelor, WO)
- MBO Keuzedeel Nederlands