De functie van een pedagogisch medewerker is het meest voorkomend bij een kinderdagverblijf.

0
Salarisschaal CAO Kinderopvang

Functieomschrijving

Kwalificatie-eis pedagogisch medewerker

In verband met de ingangsdatum van de totstandkoming van het cao- akkoord 2018-2019 en de publicatiedatum van de cao-teksten 2018-2019, plus wijzigingen vanuit Harmonisatie peuterspeelzaalwerk en kinderopvang en de Wet IKK (geldend vanaf 1 januari 2018) en de modernisering diplomalijst (geldend vanaf 1 juli 2018), zijn er verschillende periodes waarin verschillende kwalificatie-eisen gelden.

Opleidingsachtergrond
Voor de functie van pedagogisch medewerker is een opleidingsachtergrond vereist conform a t/m e

  • De opleidingsachtergrond a t/m c die geldt vanaf 1 oktober 2018, staat hieronder.
  • De opleidingsachtergrond a t/m c die geldt vanaf 1 juli 2018 tot 1 oktober 2018 is opgenomen in Bijlage I.a van het Functieboek.
  • De opleidingsachtergrond conform a t/m c die geldt tot 1 juli 2018 is opgenomen in Bijlage I.b van het Functieboek.
  • De opleidingsachtergrond d) en e) die geldt vanaf 1 oktober 2018, staat hieronder.
  • De opleidingsachtergrond conform d) en e), vereist tot 1 oktober 2018, is opgenomen in
  • Bijlage I.b van het Functieboek.

Voor de functie van pedagogisch medewerker in voorschoolse educatie (VE) is tevens een opleidingsachtergrond vereist conform f.

  • De opleidingsachtergrond conform f) die geldt vanaf 1 oktober 2018, staat hieronder.
  • De opleidingsachtergrond conform f) vereist tot 1 oktober 2018 is opgenomen in Bijlage I.b van het functieboek

Voor de functie van pedagogisch medewerker die werkt met 0-jarigen is vanaf 1 januari 2023 tevens en opleidingsachtergrond vereist conform g.

Taalniveau Nederlands

  • Het taalniveau conform h) dat geldt vanaf 1 oktober 2018, staat hieronder
  • Het taalniveau conform h) vereist tot 1 oktober 2018 is opgenomen in Bijlage I.b van het Functieboek.

a) Diploma’s/getuigschriften van de volgende beroepsopleidingen kwalificeren voor de functie van pedagogisch medewerker in de dagopvang en BSO/NSO, indien dit diploma/getuigschrift bij een onderwijsinstelling is behaald met inachtneming van de eisen die de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) of de Wet Hoger en Wetenschappelijk Onderwijs (WHW) aan deze opleiding stelt, of met inachtneming van de eisen die de voormalige Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) en de voormalige Wet op het hoger beroepsonderwijs (WHBO) stelden aan respectievelijk het
middelbaar- en hoger beroepsonderwijs:

b) Indien de functie van pedagogisch medewerker alleen wordt uitgeoefend in de BSO/NSO kwalificeren naast de diploma’s/getuigschriften onder a) ook de volgende diploma’s/getuigschriften, indien dit diploma/getuigschrift bij een onderwijsinstelling is behaald met inachtneming van de eisen die de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) of de Wet Hoger en Wetenschappelijk Onderwijs (WHW) aan deze opleiding stelt, of met inachtneming van de eisen die de voormalige Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) en de voormalige Wet op het hoger beroepsonderwijs (WHBO) stelden aan respectievelijk het middelbaar- en hoger beroepsonderwijs::

c) Indien de functie van pedagogisch medewerker alleen wordt uitgeoefend in de BSO/NSO kwalificeren naast de diploma’s/getuigschriften onder a) en b) ook de volgende diploma’s/getuigschriften, in combinatie met aanvullend bewijs, indien dit diploma/getuigschrift bij een onderwijsinstelling is behaald met inachtneming van de eisen die de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) of de Wet Hoger en Wetenschappelijk Onderwijs (WHW) aan deze opleiding stelt, of met inachtneming van de eisen die de voormalige Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) en de voormalige Wet op het hoger beroepsonderwijs (WHBO) stelden aan respectievelijk het middelbaar- en hoger beroepsonderwijs:

* Een diploma/getuigschrift op of hoger dan mbo-niveau 4 voldoet aan de taaleis mondelinge vaardigheid (zie h), de Taaleis mondelinge vaardigheid komt voort uit de Wet IKK

** verzamelnaam van opleidingen

d) Een nog niet afgeronde beroepsopleiding kwalificeert voor de functie van pedagogisch medewerker in de dagopvang en/of de BSO/NSO indien sprake is van:

  • een opleiding op niveau HBO-bachelor zoals genoemd onder a) of b) en
  • een schriftelijk bewijs dat minimaal 75% van de studiepunten van de totale opleiding is behaald of een schriftelijk bewijs van toelating tot het laatste studiejaar van de opleiding (overgangsbewijs).

Een pedagogisch medewerker en/ of een peuterspeelzaalleidster met een niet afgeronde opleiding die per 1 oktober 2018 is vervallen als kwalificerende opleidingsachtergrond en die voor 1 december 2018 als zodanig werkzaam is (geweest) al dan niet met een onderbreking van één jaar of minder, direct voorafgaand aan 1 december 2018, voldoet aan de kwalificatie-eis voor de functie van peuterspeelzaalleidster en pedagogisch medewerker in dagopvang en/of in BSO/NSO. Dit geldt ook bij een onderbreking van één jaar of minder na 1 december 2018.

e) Een buitenlands diploma kwalificeert voor de functie van pedagogisch medewerker in de dagopvang en/of BSO/NSO als uit een gewaarmerkte brief van het IDW (Internationale DiplomaWaardering: www.idw.nl) of een verklaring van DUO (www.duo.nl) blijkt dat het diploma gelijkwaardig is aan dat van een onder a), b), c) of d) kwalificerende opleiding.

f) Specifieke VE-scholing 11
Onderdeel van de opleidingsachtergrond conform a t/m d bevat ten minste:

  • één module over het verzorgen van voorschoolse educatie of
  • een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond die specifiek gericht is op het verwerven van kennis en vaardigheden voor het ontwikkelingsgericht werken in de voorschoolse educatie. Deze scholing omvat ten minste 12 dagdelen.

Overgangsbepaling: Een pedagogisch medewerker en een peuterspeelzaalleidster gestart met specifieke VE scholing voor 1 januari 2018 en afgerond voor 1 januari 2020, voldoet aan de gestelde eis Specifieke VE-scholing.

g) Specifieke scholing voor werken met 0-jarigen
In het IKK akkoord is afgesproken dat werkgevers vanaf 1 januari 2018 investeren in specifieke scholing voor babyopvang. Voor 1 januari 2023 hebben alle beroepskrachten die met 0-jarigen werken deze specifieke scholing ontvangen. Dit betekent:

Per 1 januari 2023 dienen alle beroepskrachten die met 0-jarigen werken te beschikken over een diploma, certificaat, cijferlijst of studiepuntenoverzicht waaruit blijkt dat een door cao-partijen goedgekeurde scholing voor werken met 0-jarigen is gevolgd zoals opgenomen in Bijlage II en die voldoet aan de volgende criteria:

  • Leerdoelen conform bijlage II bij het functieboek.
  • Kent een studiebelasting van ten minste twintig uur.
  • Leidt tot een schriftelijk bewijs waaruit blijkt dat de leerdoelen zijn bereikt.

De gezamenlijke cao-partijen ondersteunen werkgevers en werknemers opdat de scholing zoveel mogelijk gelijk verdeeld over de jaren vanaf 2018 en met goede kwaliteit en effectiviteit wordt gerealiseerd. De cao-partijen zullen jaarlijks de voortgang hiervan monitoren. Ook hebben de gezamenlijke cao-partijen op de website van FCB een lijst gepubliceerd met scholingsaanbod dat voldoet aan de criteria en:

  • een servicedocument Scholing werken met 0-jarigen met toelichting op de criteria.
  • een uitgewerkte procedure voor de beoordeling van (nieuw) scholingsaanbod, waaronder scholingsaanbod van organisaties zelf.

h) Taalniveau Nederlands
– Voor de functie van pedagogisch medewerker is per 1 januari 2023 een diploma of certificaat vereist waaruit blijkt dat het taalniveau Nederlands op niveau 3F ligt voor de mondelinge taalvaardigheid of op niveau B2 voor de deelvaardigheden gesprekken voeren, luisteren en spreken.12
– Voor de functie van pedagogisch medewerker in voorschoolse educatie in de G37 en G86 gemeenten geldt deze eis met ingang van 1 augustus 2017, en in de overige gemeenten vanaf 1 augustus 2019. Daarbij geldt als aanvullende eis voor de functie van pedagogisch medewerker in voorschoolse educatie een diploma of certificaat waaruit blijkt dat het taalniveau Nederlands op niveau 3F/B2 ligt voor lezen.
– Alle Nederlandse diploma’s vanaf mbo-niveau 4 gelden als voldoende bewijs voor taalniveau 3F Nederlands voor wat betreft mondelinge vaardigheid. . De wijze waarop met een ander Nederlands diploma of certificaat het vereiste taalniveau voor mondelinge vaardigheid kan worden aangetoond is
opgenomen in Bijlage IV.
– Alle Nederlandse diploma’s op minimaal hbo-niveau (waaronder Associate Degree en Bachelor) gelden als voldoende bewijs voor taalniveau 3F voor wat betreft mondelinge vaardigheid en lezen. De wijze waarop met een ander Nederlands diploma of certificaat het vereiste taalniveau kan worden
aangetoond is opgenomen in Bijlage IV.
– Bij een buitenlands diploma dat vergelijkbaar is met een kwalificerend diploma volgens e) is een apart bewijs nodig dat aantoont dat de peuterspeelzaalleidster en/ of de pedagogisch medewerker voldoet aan het vereiste taalniveau Nederlands. Als voldoende bewijs wordt het volgende aangemerkt, indien deze zijn afgegeven vanaf 1 januari 2001.

  • Certificaat behaald Staatsexamen NT2 Programma II
  • Certificaat van behaalde toets taalniveau B2 of 3F
  • Certificaat van behaalde toets mondelinge taalvaardigheid B2 of 3F
  • Een Nederlands diploma (HAVO, VHBO VWO, MBO-4, AD, HBO Bachelor, WO)
  • MBO Keuzedeel Nederlands
Deel deze pagina